RECEPT VOOR cIRCA 30 KOEKJES
ingrediënten
- 150 gram gezeefde bloem
- 150 gram koude, in blokjes gesneden boter
- 9 gram zout
- 75 ml water
bereidingswijze
- meng in een kom 100 gram bloem, de boter, het zout en het water tot een samenhangende, iets vochtige massa (je mag nog stukjes boter zien)
- bestuif het deeg met wat resterende bloem en rol het op een met bloem bestoven werkblad luchtig uit tot een dikke lap (= 1)
- vouw het deeg in drieën en rol het in de richting van de vouw opnieuw luchtig uit en herhaal dit nog 2 keer (= 2)
- vouw het deeg in drieën en laat het in huishoudfolie 30 minuten rusten in de koelkast (= 3)
- herhaal stap 1, 2 en 3 nog 2 x (gebruik steeds een beetje van het resterende deel van de bloem om plakken te voorkomen)
- rol het deeg na de laatste rust uit tot een lap van circa 20 cm breed en 5 mm dik
- bestrijk het deeg met water en rol de deeglap in de lengte aan weerszijden op tot aan het midden
- laat de deegrol opstijven in de koelkast
- verwarm de oven voor op 225°C en bekleed een bakplaat met bakpapier
- snij de deegrol in plakjes van circa 5-6 mm en leg de plakjes deeg op de met bakpapier beklede bakplaat
- plaats de bakplaat midden in de oven en bak de palmiers in circa 20 minuten gaar en lichtbruin
- haal de koekjes van de bakplaat en laat ze afkoelen
GESCHIEDENIS
Palmier zijn hartvormige oud-Hollandse knapperige koekjes gemaakt van fijn bladerdeeg. De naam komt van de vorm van het koekje dat lijkt op een palmblad (palmier = palmboom). Dit kleine koekje verschijnt voor het eerst rond 1848 in Parijse banketbakkerijen. Volgens het verhaal wilden de bakkers hun overgebleven bladerdeeg redden waar ze uren of dagen werk aan hadden gehad. De eerste uitvinder blijft echter anoniem. Inmiddels maakt men het krokante koekje met de vele laagjes over de hele wereld. De grootte varieert per regio tussen de 5-20 cm.
PALMIERS BUITEN DE GRENZEN
In Mexico en andere Latijns-Amerikaanse landen staat het bekend als ‘orejas’ of ‘palmera’ wat oren betekent. Men noemt het daar echter ook wel ‘corazón de hojaldre’ wat schilferig hart betekent. In Duitsland heten ze ‘Schweineohren’ en in Engeland ‘pig ears’ wat varkensoren betekent. In Catalonië en Valencia noemt men het ‘ulleras’ en in Griekenland heet het ‘γυαλάκια’ wat brillen of lenzen betekent. Italianen gebruiken het spottende woord ‘prussiane’, een verwijzing naar de grote oren van de Pruisische indringers. De Zwitsers noemen dit koekje ‘het hart van Frankrijk’. In Azië heten ze ‘Butterfly’ (vlinderkoekjes) en in Amerika Elephant Ears’ (olifantsoren).






Dit ‘suikertaartkoekje’ is in 1965 voor het eerst geïntroduceerd in Japan door het bedrijf Sanritsu en heet daar ‘Genji Pie’. Het is daar een ongekende klassieke en populaire snack die geliefd is bij zowel jong en oud. Elk koekje verpakt men er zelfs apart. Terwijl in Frankrijk het elegante bladerdeeg koekje vóór het bakken wordt bestrooid met suiker, doen ze dat in Puerto Rico met honing. De Portugezen hebben het koekje met de kenmerkende dubbele rolvorm opnieuw uitgevonden door er ná het bakken een laagje koninklijk wit en doorschijnend glazuur, chocolade of eigeel overheen te strijken. Het knapperige koekje met lichte textuur heeft boterachtige en delicate lagen die bijna smelten op je tong.
Het is een chique en tijdloos koekje dat perfect samengaat met een kopje zwarte thee. De met suiker gevulde palmier is een echte klassieker met een onweerstaanbare crunch. Qua smaak lijken de mogelijkheden onbegrensd. Je kunt de suiker natuurlijk mengen met kaneelpoeder, cacaopoeder, stukjes gekonfijte gember, stukjes gedroogd fruit of citroenrasp. Voor een hartige palmier bestrijk je de deegrol (vóór het oprollen) met pesto, tapenade, pindakaas of geraspte kaas. Laat je smaakpapillen verrassen met deze geweldige snack.
recept uit “Neerlands Kookboek”